vrijdag 7 december 2007

Over mij en mijn onderwerp

Hallo, ik ben Ilse!

Ik maak deze blog met Octoclubs van onze school!
Dan zit iedereen bij een club met een onderwerp en dan ga je
elke vrijdag middag iets leuks doen over dat onderwerp.
Ik zit bij de blogclub we maken dus allemaal een blog.
We moeten allemaal een onderwerp kiezen.
De een heeft het menselijk lichaam, de ander doet het over een olifant.
Ik doe het over de pinguïn! Ik heb de pinguïn gekozen omdat ik die
dieren heel mooi en grappig vind, en ik vind de kleuren zwart en wit erg mooi.
Ik vind pinguïn's ook interessant.
Dit was het, Veel plezier op mijn blog!!
















Duiken

Je kunt zelf testen waarom pinguïns beter duiken dan andere watervogels.Zet twee lege blikjes in de gootsteen of in bad en doe in één ervan zand. Het pinguïnlichaam is vergelijkbaar met het blikje met zand. Deze is zwaarder en zal verder in het water zakken.Duw beide blikjes tegelijkertijd langzaam naar beneden. Door langzamerhand de druk op de blikken te vergroten, wordt het makkelijker het volle blik in het water te duwen. Logisch dat het voor een pinguïn eenvoudiger is om te duiken dan voor een lichtere vogel. Het is ook gemakkelijker om onder water te blijven. Lichte vogels zoals de eend, drijven hoog op het water. Ze kunnen slechts hun poten gebruiken om te zwemmen. De zwaardere pinguïn ligt veel dieper in het . water en kunnen hun sterke vleugels gebruiken om zich voort te bewegen. Dat is één van de oorzaken waardoor inguïns zo snel kunnen zwemmen. Het lichaam van een pinguïn lijkt op een onderzeeër. De gestroomlijnde vorm stelt. het dier in staat om soepel door het water te schieten.

Pinguïn baby's

Pinguïnbaby's worden op dezelfde manier geboren als andere vogels, ze komen uit een ei. Omdat vogeleieren niet in zee gelegd kunnen worden, moeten de volwassen pinguïns aan land gaan om een kuiken te krijgen. De meeste pinguins bouwen een nest en leggen hun eieren daarin. Net als andere vogels zitten ze op eieren en houden ze die warm totdat ze uitkomen. Als de kleintjes er eenmaal zijn, besteden de pinguinouders de meeste tijd aan het zoeken naar voedsel voor hun kuikens. De meeste vrouwtjes hebben twee kuikens per jaar, al worden er soms drie eieren gelegd. De konings- en keizerspinguins gedragen zich niet altijd zoals de andere pinguins.
De meeste pinguïns keren ieder jaar terug naar dezelfde plaats om jongen te krijgen. Sommige zwemmen duizenden kilometers om er te komen. Ze gebruiken waarschijnlijk de zon als gids.
Keizers- en koningspinguïns bouwen geen nesten. In plaats daarvan dragen ze hun eieren mee op hun voeten. Nadat de eieren zijn uitgekomen, dragen de vaders en moeders de jongen bij toerbeurt. Als het kouder wordt, kunnen zowel eieren als kuikens bedekt worden met een huidflap die ze warm houdt.
Sommige pinguïnsoorten die in vrij warme streken leven, maken hun nest in een hol in de grond. Daar zijn de pinguïnbaby's veilig voor aanvallen van roofdieren.
In koudere streken groeien vaak geen planten die geschikt zijn om er een nest van te maken. De pinguins verzamelen dan stenen als bouwmateriaal voor hun nest.
De jongen van de keizerspinguïn komen ter wereld onder barre weersomstandigheden. De vrouwtjes leggen hun eieren tijdens de koudste maanden van de Arctische winter. Daarna keren ze terug naar zee. De mannetjes houden de eieren op hun voeten en bebroeden ze gedurende twee zeer koude maanden. Al die tijd eten ze niet. Om warm te blijven kruipen ze dicht bij elkaar. Er zijn soms sneeuwstormen met snelheden van meer dan 150 km per uur, waarbij de temperatuur extreem laag kan worden. Als de eieren zijn uitgekomen keren de vrouwtjespinguins terug.
Pinguïnbaby's hebben altijd honger. Hun ouders moeten elke dag vele keren naar de oceaan om voldoende vis te vangen. De ouders voeden hun kuikens soms bijna 1 kg vis per uur.
De mannetjes komen meestal het eerst aan bij het nestgebied. Als de vrouwtjes een paar dagen later komen, groeten de partners elkaar eerst met een kleine ceremonie. Adéliepinguïns steken gewoonlijk hun snavel in de lucht en spreiden hun vleugels om elkaar te begroeten.

vrijdag 30 november 2007

De toekomst van de pinguïn

De toekomst ziet er voor de pinguïns op het eerste gezicht goed uit. Er leven tenslotte miljoenen pinguïns op het moment. De meeste houden zich op in afgelegen gebieden, waar de mens ze niet stoort. Niemand gebruikt hun huiden voor jassen of maken snijwerk uit pinguïnsnavels. Toch zijn alle pinguïnsoorten door de wet beschermd.
Als er één diersoort veilig voor uitroeiing is, zou het zeker de pinguïn moeten zijn. Maar wetenschappers hebben vastgelegd, dat zelfs pinguïns niet kunnen ontsnappen aan de ingrepen van de mens op het milieu. Niemand probeert pinguïns kwaad te doen, maar toch kunnen mensen schade berokkenen.
Het probleem zit hem in de oceaan. Pinguïns zijn volkomen afhankelijk van het zeewater. Ze halen er al hun voedsel uit en zwemmen er het grootste gedeelte van hun leven in. De miljoenen pinguïns van nu hebben ieder jaar miljoenen tonnen vis, inktvis en kril nodig.
Zolang de wereldbevolking toeneemt, halen de mensen steeds meer voedsel uit die delen van de oceaan waar de pinguïns jagen. Op sommige plaatsen hebben de mensen al zoveel vis uit de oceaan gehaald, dat er waarschijnlijk niet meer genoeg is om een grote kolonie pinguïns in leven te houden. Voor de westkust van Zuid-Amerika bijvoorbeeld, halen vissers miljarden ansjovissen per jaar uit zee. Het aantal Humboldtpinguïns in deze streek is als gevolg daarvan gedaald. Iets dergelijks is de zwartvoetpinguïns van Zuid-Afrika overkomen.
In het Arctische gebied zijn sommige landen begonnen met het vissen op kril. Voor veel pinguïns ter plaatse is kril het hoofdvoedsel (niet alleen voor pinguïns maar ook voor zeehonden en walvissen). Als de mens de krilvangst ieder jaar vergroot, zal dat zeker leiden tot een afname van het aantal pinguïns en andere dieren die in dat gebied leven.
De vervuiling van de oceaan vormt een tweede probleem. Mensen storten zoveel chemicaliën in zee, dat sommige van die giffen terechtkomen in de afgelegen gebieden waar pinguïns leven. Als een olietanker olie verliest op zee, lijden de pinguïns met alle andere zeedieren mee. De vogels krijgen vaak gif binnen als ze met hun snavel de olie uit de veren proberen te krijgen.
Het is duidelijk wat er moet worden gedaan om de pinguïns te beschermen: we moeten alles doen wat we kunnen om de wereldzeeën schoon te houden. We moeten proberen veel minder afval en chemicaliën in zee te lozen. En we moeten vooral niet te hebberig zijn als we vis en ander voedsel uit de zee halen. Er moet genoeg overblijven voor de pinguïns en ander zeedieren.

Het lichaam

Het lichaam van een pinguïn is zo gebouwd, dat de vogels uitstekend in zee kunnen zwemmen en voedsel onder water kunnen zoeken. De meeste pinguïns kunnen vlugger zwemmen en beter duiken dan welke vogel ook.
Pinguïns verschillen wat dat betreft duidelijk van andere vogels. Om goed te kunnen zwemmen, moeten ze kleine vleugels hebben, die op vinnen lijken. De vleugels zijn te klein om ermee te kunnen vliegen. Het lichaam moet verder zwaar zijn.
Grote vleugels zijn lastig in het water. De lange veren buigen en slepen door het water. Dat bevordert de kracht van de vleugels niet. De kleine vleugels van pinguïns zijn stijf als roeiriemen. Ze verplaatsen het water beter en leveren zo ook meer voortstuwingsvermogen. Ontdek zelf waardoor een kleine vleugel zich beter leent voor zwemmen dan een grote. Probeer eens het water te verplaatsen met een groot stuk papier (A). Net als de grote vleugel van een vliegende vogel zal het papier doorbuigen en weinig water verplaatsen. Vouw daarna een vel papier vijf of zes keer in de lengte en probeer daarmee te peddelen (B). Het kleinere en stijvere stuk papier verplaatst meer water, net als de vleugels van een pinguïn.
De veren van een pinguïn zijn klein en zitten dicht opeen: wel 30 per vierkante centimeter. Pinguïnveren hebben een donzig onderkleed. De punten van de veren overlappen elkaar en zijn bedekt met lichaamsolie waardoor ze waterafstotend zijn.
De vleugels van een pinguïn zijn tot de vinnen vervormd. Ze werken als peddels: pinguïns roeien als het ware. De vleugels zijn stijf, net als de houten peddels van een boot. Ze hebben korte platte botten en stevige pezen die niet buigen. De borstspieren waarmee pinguïns hun vleugels bewegen zijn erg sterk. Het zijn de grootste spieren in het lichaam van een pinguïn: ze lopen van de hals tot onder aan de buik. Het grote lichaam van een pinguïn biedt plaats aan een heleboel voedsel. Een keizerspinguïn kan 15 kg per maaltijd opeten.
Vliegende vogels hebben vaak holle botten waar lucht inzit. Dat vermindert hun gewicht, waardoor ze makkelijker van de grond af komen. Pinguïns hebben masieve botten. Daardoor wegen ze meer en kunnen ze gemakkelijker zwemmen en duiken.

Broedtijd

De broedtijd varieert van 32 tot 68 dagen. Hoe groter het ei, hoe langer de pinguïn moet broeden. Zo moeten de mannetjes van de keizerspinguïns meer dan twee maanden het ei uitbroeden tot eindelijk de vrouwtjes terugkomen en het juist uitgekomen kuiken voor de eerste keer voeden en overnemen. Pas dan kunnen de mannetjes de lange weg naar de ijsrand afleggen om na drie lange maanden vasten eindelijk iets te eten. Bij de keizerspinguïns zijn het uitsluitend de mannetjes die de broedtijd uitzitten. Bij de andere soorten wordt er veel vaker gewisseld. Steeds neemt het mannetje de eerste beurt voor z´n rekening, maar naargelang de soort neemt het vrouwtje na 1 tot 14 dagen over. Nadien wisselen ze elkaar regelmatig af, zodat telkens één op voedseljacht is, terwijl de andere broedt en de kuikens bewaakt. Komt de partner niet tijdig terug, dan blijft de broedende pinguïn tot drie weken wachten, tot hij/zij noodgedwongen het nest moet verlaten om zelf te kunnen overleven. In zo´n situatie worden de eieren meestal het slachtoffer van rovers.
De ontwikkeling in het ei gebeurt hetzelfde voor alle vogels, alhoewel de tijdsspanne afhankelijk is van de soort. Eenmaal het kuiken volledig ontwikkeld is, heeft het ongeveer een dag nodig om uit het ei te komen. Vanaf dat moment zijn ze compleet afhankelijk van hun ouders, omdat ze nog geen bescherming tegen kou en vocht bezitten.

Hoe lopen pinguïns

Op het land verplaatsen pinguïns zich rechtop lopend. Dat gaat niet altijd even gemakkelijk; door de bouw zijn de vogels gedwongen hun lichaam altijd kaarsrecht te houden.
Pinguins kunnen net als mensen rechtop staan. Hun poten zijn ver naar achteren onder het lichaam geplaatst. De vogels kunnen alleen maar kaarsrecht staan. Als ze hun lichaam voorover zouden buigen, zoals andere vogels, zouden ze op hun snavel vallen.