vrijdag 30 november 2007

Broedtijd

De broedtijd varieert van 32 tot 68 dagen. Hoe groter het ei, hoe langer de pinguïn moet broeden. Zo moeten de mannetjes van de keizerspinguïns meer dan twee maanden het ei uitbroeden tot eindelijk de vrouwtjes terugkomen en het juist uitgekomen kuiken voor de eerste keer voeden en overnemen. Pas dan kunnen de mannetjes de lange weg naar de ijsrand afleggen om na drie lange maanden vasten eindelijk iets te eten. Bij de keizerspinguïns zijn het uitsluitend de mannetjes die de broedtijd uitzitten. Bij de andere soorten wordt er veel vaker gewisseld. Steeds neemt het mannetje de eerste beurt voor z´n rekening, maar naargelang de soort neemt het vrouwtje na 1 tot 14 dagen over. Nadien wisselen ze elkaar regelmatig af, zodat telkens één op voedseljacht is, terwijl de andere broedt en de kuikens bewaakt. Komt de partner niet tijdig terug, dan blijft de broedende pinguïn tot drie weken wachten, tot hij/zij noodgedwongen het nest moet verlaten om zelf te kunnen overleven. In zo´n situatie worden de eieren meestal het slachtoffer van rovers.
De ontwikkeling in het ei gebeurt hetzelfde voor alle vogels, alhoewel de tijdsspanne afhankelijk is van de soort. Eenmaal het kuiken volledig ontwikkeld is, heeft het ongeveer een dag nodig om uit het ei te komen. Vanaf dat moment zijn ze compleet afhankelijk van hun ouders, omdat ze nog geen bescherming tegen kou en vocht bezitten.

Geen opmerkingen: