vrijdag 30 november 2007

De toekomst van de pinguïn

De toekomst ziet er voor de pinguïns op het eerste gezicht goed uit. Er leven tenslotte miljoenen pinguïns op het moment. De meeste houden zich op in afgelegen gebieden, waar de mens ze niet stoort. Niemand gebruikt hun huiden voor jassen of maken snijwerk uit pinguïnsnavels. Toch zijn alle pinguïnsoorten door de wet beschermd.
Als er één diersoort veilig voor uitroeiing is, zou het zeker de pinguïn moeten zijn. Maar wetenschappers hebben vastgelegd, dat zelfs pinguïns niet kunnen ontsnappen aan de ingrepen van de mens op het milieu. Niemand probeert pinguïns kwaad te doen, maar toch kunnen mensen schade berokkenen.
Het probleem zit hem in de oceaan. Pinguïns zijn volkomen afhankelijk van het zeewater. Ze halen er al hun voedsel uit en zwemmen er het grootste gedeelte van hun leven in. De miljoenen pinguïns van nu hebben ieder jaar miljoenen tonnen vis, inktvis en kril nodig.
Zolang de wereldbevolking toeneemt, halen de mensen steeds meer voedsel uit die delen van de oceaan waar de pinguïns jagen. Op sommige plaatsen hebben de mensen al zoveel vis uit de oceaan gehaald, dat er waarschijnlijk niet meer genoeg is om een grote kolonie pinguïns in leven te houden. Voor de westkust van Zuid-Amerika bijvoorbeeld, halen vissers miljarden ansjovissen per jaar uit zee. Het aantal Humboldtpinguïns in deze streek is als gevolg daarvan gedaald. Iets dergelijks is de zwartvoetpinguïns van Zuid-Afrika overkomen.
In het Arctische gebied zijn sommige landen begonnen met het vissen op kril. Voor veel pinguïns ter plaatse is kril het hoofdvoedsel (niet alleen voor pinguïns maar ook voor zeehonden en walvissen). Als de mens de krilvangst ieder jaar vergroot, zal dat zeker leiden tot een afname van het aantal pinguïns en andere dieren die in dat gebied leven.
De vervuiling van de oceaan vormt een tweede probleem. Mensen storten zoveel chemicaliën in zee, dat sommige van die giffen terechtkomen in de afgelegen gebieden waar pinguïns leven. Als een olietanker olie verliest op zee, lijden de pinguïns met alle andere zeedieren mee. De vogels krijgen vaak gif binnen als ze met hun snavel de olie uit de veren proberen te krijgen.
Het is duidelijk wat er moet worden gedaan om de pinguïns te beschermen: we moeten alles doen wat we kunnen om de wereldzeeën schoon te houden. We moeten proberen veel minder afval en chemicaliën in zee te lozen. En we moeten vooral niet te hebberig zijn als we vis en ander voedsel uit de zee halen. Er moet genoeg overblijven voor de pinguïns en ander zeedieren.

Het lichaam

Het lichaam van een pinguïn is zo gebouwd, dat de vogels uitstekend in zee kunnen zwemmen en voedsel onder water kunnen zoeken. De meeste pinguïns kunnen vlugger zwemmen en beter duiken dan welke vogel ook.
Pinguïns verschillen wat dat betreft duidelijk van andere vogels. Om goed te kunnen zwemmen, moeten ze kleine vleugels hebben, die op vinnen lijken. De vleugels zijn te klein om ermee te kunnen vliegen. Het lichaam moet verder zwaar zijn.
Grote vleugels zijn lastig in het water. De lange veren buigen en slepen door het water. Dat bevordert de kracht van de vleugels niet. De kleine vleugels van pinguïns zijn stijf als roeiriemen. Ze verplaatsen het water beter en leveren zo ook meer voortstuwingsvermogen. Ontdek zelf waardoor een kleine vleugel zich beter leent voor zwemmen dan een grote. Probeer eens het water te verplaatsen met een groot stuk papier (A). Net als de grote vleugel van een vliegende vogel zal het papier doorbuigen en weinig water verplaatsen. Vouw daarna een vel papier vijf of zes keer in de lengte en probeer daarmee te peddelen (B). Het kleinere en stijvere stuk papier verplaatst meer water, net als de vleugels van een pinguïn.
De veren van een pinguïn zijn klein en zitten dicht opeen: wel 30 per vierkante centimeter. Pinguïnveren hebben een donzig onderkleed. De punten van de veren overlappen elkaar en zijn bedekt met lichaamsolie waardoor ze waterafstotend zijn.
De vleugels van een pinguïn zijn tot de vinnen vervormd. Ze werken als peddels: pinguïns roeien als het ware. De vleugels zijn stijf, net als de houten peddels van een boot. Ze hebben korte platte botten en stevige pezen die niet buigen. De borstspieren waarmee pinguïns hun vleugels bewegen zijn erg sterk. Het zijn de grootste spieren in het lichaam van een pinguïn: ze lopen van de hals tot onder aan de buik. Het grote lichaam van een pinguïn biedt plaats aan een heleboel voedsel. Een keizerspinguïn kan 15 kg per maaltijd opeten.
Vliegende vogels hebben vaak holle botten waar lucht inzit. Dat vermindert hun gewicht, waardoor ze makkelijker van de grond af komen. Pinguïns hebben masieve botten. Daardoor wegen ze meer en kunnen ze gemakkelijker zwemmen en duiken.

Broedtijd

De broedtijd varieert van 32 tot 68 dagen. Hoe groter het ei, hoe langer de pinguïn moet broeden. Zo moeten de mannetjes van de keizerspinguïns meer dan twee maanden het ei uitbroeden tot eindelijk de vrouwtjes terugkomen en het juist uitgekomen kuiken voor de eerste keer voeden en overnemen. Pas dan kunnen de mannetjes de lange weg naar de ijsrand afleggen om na drie lange maanden vasten eindelijk iets te eten. Bij de keizerspinguïns zijn het uitsluitend de mannetjes die de broedtijd uitzitten. Bij de andere soorten wordt er veel vaker gewisseld. Steeds neemt het mannetje de eerste beurt voor z´n rekening, maar naargelang de soort neemt het vrouwtje na 1 tot 14 dagen over. Nadien wisselen ze elkaar regelmatig af, zodat telkens één op voedseljacht is, terwijl de andere broedt en de kuikens bewaakt. Komt de partner niet tijdig terug, dan blijft de broedende pinguïn tot drie weken wachten, tot hij/zij noodgedwongen het nest moet verlaten om zelf te kunnen overleven. In zo´n situatie worden de eieren meestal het slachtoffer van rovers.
De ontwikkeling in het ei gebeurt hetzelfde voor alle vogels, alhoewel de tijdsspanne afhankelijk is van de soort. Eenmaal het kuiken volledig ontwikkeld is, heeft het ongeveer een dag nodig om uit het ei te komen. Vanaf dat moment zijn ze compleet afhankelijk van hun ouders, omdat ze nog geen bescherming tegen kou en vocht bezitten.

Hoe lopen pinguïns

Op het land verplaatsen pinguïns zich rechtop lopend. Dat gaat niet altijd even gemakkelijk; door de bouw zijn de vogels gedwongen hun lichaam altijd kaarsrecht te houden.
Pinguins kunnen net als mensen rechtop staan. Hun poten zijn ver naar achteren onder het lichaam geplaatst. De vogels kunnen alleen maar kaarsrecht staan. Als ze hun lichaam voorover zouden buigen, zoals andere vogels, zouden ze op hun snavel vallen.

vrijdag 23 november 2007

Op het land of in het water

De pinguïns zwemmen het liefst rond in het water. In de zee of in oceanen. En sommige pinguïns zwemmen rond in het warme water. Sommige pinguïns leven heel erg ver van de kust. Weer andere pinguïns leven juist aan de kust. De pinguïns komen maar een paar keer aan land in een jaar. Want alleen aan land vallen hun veren uit. En ze kunnen ook geen veren krijgen in het water. Dus dat moet ook op het land gebeuren. En om te broeden moeten ze een paar weken op het land blijven.

vrijdag 16 november 2007

De vacht van de pinguïn

De pinguïn heeft een vacht van heel veel kleine donsveertjes. Die kleine veertjes zijn super warm. Dat moet ook wel om in de koude oceaan te zwemmen. Er kan bijna geen water door de dichte vacht komen. Dat is alleen maar handig er blijft wel wat water. In de vacht blijven hangen maar dat is geen probleem. Als de pinguïns dan op land komen schudden ze heel hard in het rond. Dan vliegt het water alle kanten op. Want stel je voor je komt uit de oceaan en je bent helemaal nat. Helemaal boven op de vacht zitten de donsveertjes. Daar onder zitten grote klamme veren die zijn voor het water tegen te houden daaronder zitten hele kleine zachte veertjes. Die zijn voor de pinguïn warm te houden.

Wat eet een pinguïn

Aan de grootte en de vorm van de snavel kun je zien wat het favoriete voedsel van een pinguïn is. Konings- en keizerspinguïns, die vooral op pijlinktvis jagen, hebben een lange, tangvormige snavel waarmee ze hun langgerekte, snelle prooi kunnen vangen. Kleinere pinguïns die vooral vis en krill eten, hebben kortere, stompere snavels. Een pinguïn heeft stekels op zijn tong om vis vast te houden.
Ten opzichte van hun grootte kunnen pinguïns enorme hoeveelheden voedsel eten. Zo zijn er pinguïns die tijdens één jachtpartij bijna 4 kg pijlinktvis hadden gegeten. Het gemiddelde gewicht van zo`n pinguïn met een lege maag is amper 5 kg, dus zo`n pinguïn had zijn gewicht bijna verdubbeld. Maar pinguïns kunnen ook goed overleven zonder voedsel. De meeste soorten kunnen wekenlang zonder voedsel wanneer ze in de rui zijn en dus niet kunnen jagen.