De toekomst ziet er voor de pinguïns op het eerste gezicht goed uit. Er leven tenslotte miljoenen pinguïns op het moment. De meeste houden zich op in afgelegen gebieden, waar de mens ze niet stoort. Niemand gebruikt hun huiden voor jassen of maken snijwerk uit pinguïnsnavels. Toch zijn alle pinguïnsoorten door de wet beschermd.
Als er één diersoort veilig voor uitroeiing is, zou het zeker de pinguïn moeten zijn. Maar wetenschappers hebben vastgelegd, dat zelfs pinguïns niet kunnen ontsnappen aan de ingrepen van de mens op het milieu. Niemand probeert pinguïns kwaad te doen, maar toch kunnen mensen schade berokkenen.
Het probleem zit hem in de oceaan. Pinguïns zijn volkomen afhankelijk van het zeewater. Ze halen er al hun voedsel uit en zwemmen er het grootste gedeelte van hun leven in. De miljoenen pinguïns van nu hebben ieder jaar miljoenen tonnen vis, inktvis en kril nodig.
Zolang de wereldbevolking toeneemt, halen de mensen steeds meer voedsel uit die delen van de oceaan waar de pinguïns jagen. Op sommige plaatsen hebben de mensen al zoveel vis uit de oceaan gehaald, dat er waarschijnlijk niet meer genoeg is om een grote kolonie pinguïns in leven te houden. Voor de westkust van Zuid-Amerika bijvoorbeeld, halen vissers miljarden ansjovissen per jaar uit zee. Het aantal Humboldtpinguïns in deze streek is als gevolg daarvan gedaald. Iets dergelijks is de zwartvoetpinguïns van Zuid-Afrika overkomen.
In het Arctische gebied zijn sommige landen begonnen met het vissen op kril. Voor veel pinguïns ter plaatse is kril het hoofdvoedsel (niet alleen voor pinguïns maar ook voor zeehonden en walvissen). Als de mens de krilvangst ieder jaar vergroot, zal dat zeker leiden tot een afname van het aantal pinguïns en andere dieren die in dat gebied leven.
De vervuiling van de oceaan vormt een tweede probleem. Mensen storten zoveel chemicaliën in zee, dat sommige van die giffen terechtkomen in de afgelegen gebieden waar pinguïns leven. Als een olietanker olie verliest op zee, lijden de pinguïns met alle andere zeedieren mee. De vogels krijgen vaak gif binnen als ze met hun snavel de olie uit de veren proberen te krijgen.
Het is duidelijk wat er moet worden gedaan om de pinguïns te beschermen: we moeten alles doen wat we kunnen om de wereldzeeën schoon te houden. We moeten proberen veel minder afval en chemicaliën in zee te lozen. En we moeten vooral niet te hebberig zijn als we vis en ander voedsel uit de zee halen. Er moet genoeg overblijven voor de pinguïns en ander zeedieren.
Als er één diersoort veilig voor uitroeiing is, zou het zeker de pinguïn moeten zijn. Maar wetenschappers hebben vastgelegd, dat zelfs pinguïns niet kunnen ontsnappen aan de ingrepen van de mens op het milieu. Niemand probeert pinguïns kwaad te doen, maar toch kunnen mensen schade berokkenen.
Het probleem zit hem in de oceaan. Pinguïns zijn volkomen afhankelijk van het zeewater. Ze halen er al hun voedsel uit en zwemmen er het grootste gedeelte van hun leven in. De miljoenen pinguïns van nu hebben ieder jaar miljoenen tonnen vis, inktvis en kril nodig.
Zolang de wereldbevolking toeneemt, halen de mensen steeds meer voedsel uit die delen van de oceaan waar de pinguïns jagen. Op sommige plaatsen hebben de mensen al zoveel vis uit de oceaan gehaald, dat er waarschijnlijk niet meer genoeg is om een grote kolonie pinguïns in leven te houden. Voor de westkust van Zuid-Amerika bijvoorbeeld, halen vissers miljarden ansjovissen per jaar uit zee. Het aantal Humboldtpinguïns in deze streek is als gevolg daarvan gedaald. Iets dergelijks is de zwartvoetpinguïns van Zuid-Afrika overkomen.
In het Arctische gebied zijn sommige landen begonnen met het vissen op kril. Voor veel pinguïns ter plaatse is kril het hoofdvoedsel (niet alleen voor pinguïns maar ook voor zeehonden en walvissen). Als de mens de krilvangst ieder jaar vergroot, zal dat zeker leiden tot een afname van het aantal pinguïns en andere dieren die in dat gebied leven.
De vervuiling van de oceaan vormt een tweede probleem. Mensen storten zoveel chemicaliën in zee, dat sommige van die giffen terechtkomen in de afgelegen gebieden waar pinguïns leven. Als een olietanker olie verliest op zee, lijden de pinguïns met alle andere zeedieren mee. De vogels krijgen vaak gif binnen als ze met hun snavel de olie uit de veren proberen te krijgen.
Het is duidelijk wat er moet worden gedaan om de pinguïns te beschermen: we moeten alles doen wat we kunnen om de wereldzeeën schoon te houden. We moeten proberen veel minder afval en chemicaliën in zee te lozen. En we moeten vooral niet te hebberig zijn als we vis en ander voedsel uit de zee halen. Er moet genoeg overblijven voor de pinguïns en ander zeedieren.